Verlengde Velmolen 2B
5406 NT  Uden

Bijtelling privégebruik auto advocaat

Een BV least een Mercedes met een catalogusprijs van ruim € 60.000 voor haar directeur-grootaandeelhouder (DGA), een advocaat. Er vindt geen bijtelling plaats. Er is ook geen kilometeradministratie bijgehouden. Na een boekenonderzoek legt de Belastingdienst naheffingsaanslagen met 10% boete op. De DGA gaat naar de rechter.

Bijtelling terecht?
Een auto wordt geacht voor privédoeleinden ter beschikking te zijn gesteld, tenzij blijkt dat de auto op kalenderjaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden wordt gebruikt. De bewijslast rust in dit geval op de DGA.

De DGA heeft geen rittenadministratie of andere stukken overgelegd, zodat niet te controleren valt voor hoeveel kilometers en met welk doel de auto is gebruikt. Naar het oordeel van de rechter is de DGA er dan ook niet in geslaagd te doen blijken dat de auto door hem voor niet meer dan 500 kilometer per kalenderjaar voor privédoeleinden is gebruikt. Dus wordt de auto geacht voor privédoeleinden ter beschikking te zijn gesteld en heeft de Belastingdienst de bijtelling terecht in aanmerking genomen.

Ook als de DGA wordt gevolgd in zijn stelling dat de auto niet alleen door hem, maar ook door anderen is gebruikt, bestaat er met de niet onderbouwde en wisselende verklaringen van de DGA en een verklaring van een medewerker, tevens ex-partner van eiser, dat zij de auto in deze periode veel heeft gebruikt, geen uitsluitsel over het gebruik van de auto. Uit de omstandigheden van het geval volgt dan ook niet dat de bijtelling voor het privégebruik voor de auto in redelijkheid niet geheel kon worden toegerekend aan de DGA, die als enig aandeelhouder en bestuurder van de vennootschap de auto zonder verantwoording daarover af te leggen kon gebruiken. De navorderingsgaanslagen zijn niet naar te hoge bedragen opgelegd.

Boete terecht?
De Belastingdienst heeft vergrijpboetes opgelegd omdat het aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige te wijten zou zijn dat de aanslag te laag is vastgesteld. Hiervan heeft de Belastingdienst de bewijslast. Met wat de Belastingdienst heeft aangevoerd, is zij hierin naar het oordeel van de rechtbank geslaagd.

De DGA heeft nagelaten een rittenregistratie van de auto bij te houden. Dat niet is gebleken dat de auto op kalenderjaarbasis voor niet meer dan 500 km voor privédoeleinden is gebruikt, is aan de DGA te wijten. De DGA moet hebben geweten dat hij in die omstandigheid met bijtelling voor privégebruik van de auto te maken had en dat hij dat in zijn aangifte moest opnemen. Door geen bijtelling voor privégebruik auto in zijn aangiften te verantwoorden heeft de DGA bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat de aanslagen te laag zouden worden vastgesteld. Gelet op de hoogte van het niet in de aangiften verantwoorde inkomen, kan hem dit ook niet zijn ontgaan. De vergrijpboetes zijn dan ook terecht opgelegd. De door de Belastingdienst opgelegde vergrijpboetes bedragen 10%. Er bestaat geen aanleiding om van een lager percentage uit te gaan. De rechtbank acht de opgelegde vergrijpboetes passend en geboden.

Let op: Deze zaak is een standaard afwikkeling bij de rechter van een zaak waarbij er geen kilometeradministratie of ander bewijs is voor minder dan 500 privékilometers. De boete had overigens 25% kunnen bedragen.