Het CBS meet maandelijks het vertrouwen van de consumenten in de economie aan de hand van een vragenlijst. Uit de antwoorden komt een cijfer naar voren. Als meer mensen positief gestemd zijn, is het cijfer positief, bij meer negatieve mensen is het cijfer negatief.
In 2000 bereikte de vertrouwensindex met 36 punten de hoogste stand ooit, waarna de trend dalend was om vorige maand op -48 te eindigen, het laagste niveau ooit. Deze maand is dat met -47 nauwelijks hoger.
Op de vraag hoe mensen hun financiële situatie de komende maanden zien evolueren, antwoordden iets meer mensen positief dan vorige maand, maar de indicator stond nog steeds op -33, tegenover -34 in april. Nederlanders waren minder negatief over hun financiën in het komende jaar, maar zagen zichzelf toch geen te grote aankopen doen. Over dat laatste waren we volgens het CBS nog nooit zo pessimistisch.
Een belangrijke reden voor dat pessimisme is de hoge inflatie. In april werd het leven in Nederland 9,6 procent duurder dan een jaar geleden, wat vooral te wijten is aan de sterk gestegen energieprijzen. Daarnaast maakt de oorlog in Oekraïne ook onder meer voeding duurder, terwijl zowat alle sectoren in ons land kampen met personeelstekorten. Die combinatie drijft de prijzen op en de verwachting is dat de inflatie nog een tijd hoog zal blijven.